‘Machines worden slimmer dan mensen. Dat is onontkoombaar. Daar moeten we ons op voorbereiden. Maar we hebben die intelligentie juist nodig om al die rijker wordende mensen te kunnen voorzien van meer productiviteit.’ Dat zegt Carlo van de Weijer, sinds vijf jaar general manager van het Eindhoven AI Systems Institute (EAISI). Een gesprek over de toekomst van werk in een tijd waarin een enkele computer slimmer is dan alle mensen ter wereld bij elkaar.
‘50 jaar geleden protesteerden leraren tegen de komst van automatische rekenmachines in de klas. Daardoor zouden kinderen niet meer leren hoofdrekenen. Die vrees was niet helemaal onterecht, maar de tijd en energie die we dankzij die rekenmachines uitsparen aan hoofdrekenen, hebben we gebruikt om na te denken over ingewikkelde differentiaalvergelijkingen. Dus inderdaad: we kunnen nu minder goed hoofdrekenen dan vijftig jaar geleden. Maar per saldo zijn we wel betere wiskundigen geworden.’
Dat is in een notendop hoe Van de Weijer denkt over de gevolgen van AI voor de samenleving: AI gaat routinematige taken van ons overnemen waardoor wij mensen meer tijd overhouden om onze creativiteit de vrije loop te laten.
Een goedkope taxi
Door de komst van ChatGPT is AI ineens heel zichtbaar en tastbaar geworden. ChatGPT heeft aan een groot publiek laten zien waar kunstmatige intelligentie toe in staat is: het genereert hele zinnen en zelfs nieuwe ideeën. Dat zijn zaken waarvan we dachten dat alleen mensen dat konden, en ineens doet een computer het.
Voor wie dagelijks met deze materie bezig is, zoals Van de Weijer, is de komst van ChatGPT geen aardverschuiving, maar eerder een volgende stap in een lange ontwikkeling. AI werd tot voor kort nog vooral gebruikt voor onlinetoepassingen, zoals het algoritme van Spotify dat bedenkt welk liedje je leuk vindt. Bij het EAISI, onderdeel van de Technische Universiteit Eindhoven, denken ze na over hoe je AI in combinatie met machines kunt toepassen. Bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit, een onderwerp waar Van de Weijer zich al zijn hele leven op toelegt. Zo deed hij voor zijn aanstelling bij EAISI voor de Universiteit Eindhoven jarenlang onderzoek naar smart mobility.
‘Als we ons allemaal strikt aan alle regels zouden houden, zou de hele maatschappij vastlopen.’
Carlo van de Weijer, general manager van het Eindhoven AI Systems Institute
Wie echter denkt dat Van de Weijer dankzij AI binnen afzienbare tijd allemaal zelfrijdende auto’s ziet rondrijden, heeft het mis. ‘Ik geloof niet dat daar heel veel behoefte aan is. Een zelfrijdende auto is een goedkope taxi. Dat is best handig, maar het is niet de toekomst van mobiliteit. Auto’s kunnen wel bepaalde vervelende kanten van autorijden overnemen, zoals filerijden, maar voor een volledig zelfrijdende auto moeten nog verschrikkelijk veel obstakels worden overwonnen. Ik geloof niet dat daar een business case voor is.’